Er werd mij onlangs vriendelijk verzocht geïnteresseerden een blik te gunnen op het werk dat ik verricht in het kader van mijn thesis. Hiervoor begin ik graag bij het einde van vorig academiejaar, toen ik vol verwachting het bureau van luitenant-kolonel Vandewal binnenstapte. Met lege handen binnenkomen vond ik persoonlijk niet aan de orde, dus op voorhand had ik mij al geïnformeerd over mogelijke onderwerpen. Na een warme verwelkoming door de kolonel kwamen we meteen ter zake, in eerste instantie door het overlopen van mijn eigen voorgaand onderzoek, daarna door het overlopen van een aantal onderwerpen die de kolonel zelf in de aanbieding had.
Bij het laatste onderwerp dat werd besproken werden mijn ogen groot. Dit was het, dit moest het worden. Vanuit de Sniperschool in Marche-les-Dames was de vraag gekomen om het mirage-effect te bestuderen. Een onderwerp met een theoretische basis, experimentele aanpak, maar vooral, met een praktisch nut voor Defensie! Het mirage-effect is door de meeste mensen gekend als een ‘plas water’ die zichtbaar is op asfaltwegen op hete dagen. Dit wordt teweeggebracht door een verschil in temperatuur van de luchtlagen dichtbij en iets verder van het asfalt. Voor onze Belgische snipers is dit effect echter ook welgekend bij lange afstandsvuren in woestijnachtige gebieden.
Na een aantal mensen ontmoet te hebben binnen het Belgische snipermilieu bleek al snel dat de huidige kennis erg beperkt is, en dat er zeer interessant onderzoek mogelijk is. Wat het experimentele deel betrof, dachten we al snel aan het militaire winterkamp van de KMS in Marokko. Hier krijgen leerlingen van het 4e jaar de kans om in een unieke Marokkaanse setting hun geziene tactieken te oefenen en kennis te maken met een zeer interessante cultuur. Na overleg met de juiste contactpersonen konden we dan ook bevestigen dat ik de kans zou krijgen om op het Marokkaanse terrein metingen uit te voeren. Gelukkig stond ik er voor deze metingen niet alleen voor. Eén van de personen die betrokken was bij de initiële aanvraag van het onderzoek, was Sergeant Tibau. Deze man had eerder al mijn aandacht getrokken met zijn betrokkenheid, zijn leergierigheid, en zijn wil om te helpen binnen het onderzoek. Horen dat Sergeant Tibau me zou vergezellen naar Marokko was dan ook zeer aangenaam.
Eenmaal geïnstalleerd in Marokko begon meteen het brainstormen. Waar zouden we ons opstellen? Welke richting zouden we observeren? De zon ging stilaan onder toen we ons besluit voor een eerste zone hadden genomen. Twee camera’s zouden doorheen kijkers van de snipers van zonsopgang tot zonsondergang zes doelen waarnemen, geplaatst tussen 600 en 1600 meter van deze camera’s. Ondertussen werd zowel ter hoogte van de camera’s als ter hoogte van de doelen de temperatuur en de wind gemeten. Doel van deze opstelling: op beeld vastleggen dat het doel verschuift of vervormt indien het warmer wordt of de windrichting verandert. Gedurende onze periode in Marokko konden we op die manier drie volledige dagen meten, in drie verschillende zones.
Hoewel in dit stadium van de thesis de gegevens uit Marokko nog verdere verwerking vereisen, kan ik volgend gegeven al prijsgeven: we have movement! Op beeld hebben we kunnen vastleggen dat de doelen inderdaad verschuiven, hoewel gering. Interessant is wel dat de verschuiving tegenovergesteld is aan wat we verwacht hadden waar te nemen. Van dit Marokkaanse avontuur zijn zowel sergeant Tibau als ik thuisgekomen met meer vragen dan antwoorden. Iedere dag ontdekten we wel een nieuw gegeven of kwamen we met een nieuwe hypothese. Dit onderwerp zal dus zeker verdere analyse en uitleg vereisen, een uitdaging waar ik helemaal klaar voor ben.
Tekst - onderluitenant KBO Théo Demeester
Foto's © Erwin Ceuppens - DG StratCom
Reactie toevoegen