Na de landing in Normandië komen de plannen voor de wederopbouw van het Belgisch Leger in een stroomversnelling terecht. Op 17 januari 1944 tekent de Belgische regering in ballingschap in Londen een akkoord met het Britse War Office en op 25 juni 1944 een gelijkaardig akkoord met het geallieerde oppercommando Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force (SHAEF). Vanaf de bevrijding van ons land zullen zes fuseliers- en zes pioniersbataljons opgericht worden, met ter plaatse gerekruteerde kaders en troepen. Wanneer zich een verhoogde behoefte aandient aan troepen voor de bewaking van de verbindingswegen, wordt dit akkoord in september 1944 uitgebreid tot twaalf fuseliersbataljons en zes pionierbataljons.
Begin september 1944 is België bevrijd. Vrijwilligers stromen toe, voornamelijk afkomstig uit het Verzet. Tussen 7 en 11 oktober worden de eerste zes fuseliersbataljons opgericht, genummerd van 1 tot 6. Vanaf midden december 1944 worden ze toegewezen aan de 21ste Britse Legergroep en de 12de Amerikaanse Legergroep (die de 1ste, 3de en 9de Legers omvat).
In september 1944 beseffen de geallieerden dat de oorlog langer zal duren dan voorzien. Op 1 december 1944 vraagt SHAEF België om bijkomende troepen te leveren voor de bewaking van de communicatielijnen. Daartoe worden 91.000 vrijwilligers en dienstplichtigen gemobiliseerd en men voorziet de oprichting van zevenenzestig fuseliersbataljons, evenals genie-eenheden, transporteenheden, ontmijningseenheden…, een totaal van 142 eenheden, gekend onder de naam "Liberated Manpower Units [LMU]".
Tweeënzestig fuseliersbataljons worden daadwerkelijk opgericht, waarvan negenendertig voor de wapenstilstand in Europa. Ze worden onder Brits en Amerikaans bevel geplaatst en gebruikt voor bewakingsopdrachten en verdediging van het achtergebied in België en daarbuiten, alhoewel sommige bataljons actief deelnemen aan de gevechten aan de zijde van Britse, Amerikaanse of Canadese eenheden.
Paul Gennart wordt geboren te Aachen op 5 februari 1926 als zoon van René Gennart van de 79ste Promotie Artillerie en Genie. Als weerstander neemt hij in 1944 vrijwillig dienst bij het 16de Fuseliersbataljon. Dit bataljon, afgedeeld bij het 1ste Amerikaanse Leger, overschrijdt de Rijn op 15 maart 1945, via de pontonbrug bij Linz. Een week later lanceren de Amerikanen vanuit het bruggenhoofd van Remagen een offensief om de Ruhr te omsingelen vanuit het zuiden. Het is dan de taak van het 16de Fuseliersbataljon om het achtergebied te zuiveren in het kielzog van de Amerikaanse tanks. Bij de wapenstilstand, op 8 mei 1945, bevindt het 16de Bataljon zich in Thüringen, maar het moet zich terugtrekken om plaats te ruimen voor de Russen. Het bataljon vordert nog tot in de streek van Nüremberg vooraleer terug te keren naar België.
Paul Gennart volgt een opleiding tot officier aan de Infanterieschool, toen nog in Tervuren, in 1945-1946, en aan de Artillerieschool in Helchteren in 1946. Van 1946 tot 1949 dient hij bij het 2de Artillerieregiment in Köln-Dellbrück en bij het 1ste Regiment Parachutisten in Tervuren en Leopoldsburg. Hij wordt ingelijfd in de KMS met de 104Ade Polytechnische Promotie (104A Pol) op 1 december 1949. Hij is primus van zijn promotie gedurende zijn ganse verblijf in de school en studeert af op 10 januari 1955 met een onwaarschijnlijk gemiddelde van 17,27 op 20. De minister van Landsverdediging, Antoon Spinoy, feliciteert hem "met zijn briljante resultaten en zijn werkijver".
Hij is kapitein bij het verlaten van de school en wordt onmiddellijk aangeduid als repetitor wiskunde. In juli 1959 behaalt hij het diploma van licentiaat wiskunde aan de ULB met de grootste onderscheiding. Hij wordt aangesteld als burgerlijk docent in augustus 1962 en hoogleraar in september 1966. Als hoofd van de leerstoel wiskunde leidt hij de oprichting van het Rekencentrum van de School op een meesterlijke manier. Hij is een bescheiden en bijzonder vriendelijk man, een uitstekende leraar, erg gerespecteerd door de leerlngen en gewaardeerd door zijn collega's. Hij wordt aangeduid als studiedirecteur op 1 april 1985. Na zijn toelating tot het emeritaat op 1 september 1991 legt hij zich toe op het bewaren van het historisch erfgoed van de KMS. Hij overlijdt op 6 april 2018.
Korpsmaaltijd november 1961
Wie was adjudant Charles Vijt en wat betekende hij voor de school?Schermen aan de KMS
Vanaf de oprichting van de Militaire School in 1834 tot aan de Tweede Wereldoorlog vormt de schermkunst, samen met de paardrijkunst, een belangrijk deel van de militaire vorming.De Sint in de KMS
Sinterklaas in de KMS in de jaren 1970… In die periode organiseert de polytechnische promotie van het vijfde studiejaar traditioneel een Sinterklaasfeest in de bar van de Applicatieschool in blok M.1978: de eerste vrouwen studeren aan de KMS
Drie jaar na de intrede van de eerste dames in het leger worden, op 1 september 1978, de eerste vrouwelijke leerlingen ingelijfd in de KMS met de 133ste Polytechnische Promotie en de 118de Promotie Alle Wapens.1957: Wisselbeker Chapelié afgelast wegens quarantaine
Sinds 1948 betwisten de KMS en de Franse École Polytechnique jaarlijks de Wisselbeker luitenant-generaal Jean-Jacques Chapelié, vernoemd naar de eerste commandant van de KMS en oud-leerling van de École Polytechnique. In 1957 wordt de wedstrijd gepland in Parijs van 6 tot 8 april, maar moet die worden afgelast omdat een groot aantal leerlingen van de KMS in quarantaine geplaatst zijn wegens een hepatitisepidemie.
Reactie toevoegen