Het museum van de Koninklijke Militaire School werd ingehuldigd op 23 september 2011. Het museum staat open voor alle geïnteresseerde bezoekers, zowel van binnen als van buiten Defensie. Curator is de heer Marc Beyaert.
In het museum geven zowat achthonderd items een schitterend beeld van de geschiedenis van de KMS sedert haar oprichting in 1834. In elk van de zes modules komt een specifiek tijdvak aan bod.
De moeilijke beginperiode van de school aan de Naamse Poort begint met de Franse generaals Chapelié en Nerenburger en met de eerste Belgische schoolcommandant Liagre. De school vormt aanvankelijk officieren voor de 'Speciale wapens' Artillerie-Genie, later ook voor de 'Gewone wapens' Infanterie en Ruiterij. Eminente professoren geven er les: Adolphe Quételet, Jean-Servais Stas, Jean-Baptiste Madou; Charles De Coster (Tijl Uilenspiegel) is er repetitor. De cursusboeken en de persoonlijke notities van de leerlingen illustreren het hoge niveau van het onderwijs. In schilderijen, gravures en zelfs foto's, komen de leerlingen zelf in beeld en de 'Livres de punition' vormen een bron van sappige anekdotes. Oud-leerlingen van deze periode vinden we terug in Rome, in Algerije, Mexico, Peru en in de Amerikaanse Secessieoorlog. |
De school wordt in 1874 'tijdelijk' ondergebracht in de vroegere abdij van Ter Kameren. Tientallen tekeningen van de leerlingen zelf tonen ons hun dagelijkse leven in de slaap- en eetzalen, tijdens de les en de studie, maar ook de duels, de straffen, de overvloedige Pampoumaaltijden, de 'ongelukjes' in de eendenpoel ... De koninklijke prinsen Boudewijn en Albert worden in onze school voorbereid op hun latere taak. Wetenschappelijke en didactische instrumenten en cursussen tonen aan dat de school de nieuwe uitvindingen (elektriciteit, telegraaf, telefoon ...) op de voet volgt. Twintig landen vertrouwen ons de opleiding van hun officieren toe, terwijl onze oud-leerlingen zich opnieuw in het buitenland onderscheiden: driehonderd onder hen in Congo, andere in Thailand, twee onder hen begeleiden baron de Gerlache bij zijn overwintering op Antarctica. |
De school keert naar Brussel terug in 1909 en neemt haar intrek aan het Jubelpark met zijn expopaleizen, in een prestigieus schoolgebouw op een campus die zich over vijf hectare uitstrekt. Generaal Leman eist de hoogste kwaliteit van de leerlingen, maar ook van de professoren. De Duitse inval van augustus 1914 slaat deze Belle Epoque-droom aan diggelen: de Duitsers bezetten onze school en laten een puinhoop achter. Driehonderd leerlingen en oud-leerlingen sneuvelen in deze verschrikkelijke oorlog. Een unieke etsenreeks van Jacques Madyol toont oud-leerlingen die tijdens de oorlog de hoogste commandoposten verzekerden. |
Door zijn kinderen Leopold en Karel, latere koning en prins-regent, er te laten studeren, toont koning Albert I zijn vastberadenheid om onze school er opnieuw bovenop te helpen. De school krijgt een eigen vaandel, een wapenschild en wapenspreuk, en vanaf 1936 mogen wij ons 'koninklijk' noemen. Het herwonnen hoge niveau van onze opleiding brengt ons bezoekers van over heel de wereld. Een nieuw uniform en nieuwe tradities, zoals de Degen des Konings en het jaarlijkse bal van de KMS, doen hun intrede. Sappige karikaturen brengen het dagelijks leven van de leerlingen in beeld. In mei 1940 overvalt ons echter opnieuw de waanzin van de oorlog. Leerlingen en oud-leerlingen onderscheiden zich tijdens de Achttiendaagse Veldtocht bij de ontsnappingen uit de gevangenenkampen, aan de zijde van de geallieerde troepen, maar ook bij het verzet. |
Met de steun van de studiedirecteur Louis Cauchie kan generaal Beernaerts zijn visie doordrukken: de naoorlogse KMS blijft zowel een academische als een praktisch militaire vorming verstrekken. Naast een nummer dragen de promoties voortaan ook de naam van een persoon die hen als voorbeeld moet dienen. Vroegere tradities worden hernomen: de Degen des Konings, de jaarlijkse bals, de Pampou. Vanaf 1978 doen vrouwelijke leerlingen hun intrede. Rijk geïllustreerde promotieboeken, leerlingenblaadjes en zelfklevers tonen niet enkel de nieuwe technische mogelijkheden, maar ook de grotere mondigheid van de nieuwe generaties. Snelle wetenschappelijke ontwikkelingen o.m. inzake nucleaire fysica, fotogrammetrie, ballistiek, scheikunde, informatica, mechanica, telecommunicatie en nog veel meer dwingen onze leerstoelen tot een voortdurende aanpassing van het programma-aanbod en de cursussen. In 1984 viert de KMS haar 150-jarig bestaan. |
Onze sterk verouderde infrastructuur wordt in de jaren 1990 in situ gerenoveerd. De koninklijke prinsen Filip, Laurent en Amadeo krijgen hun opleiding in de KMS. In deze na-Koude Oorlogperiode bezoeken buitenlandse delegaties van over de gehele wereld onze school, terwijl buitenlandse leerlingen en stagiairs van zo'n twintig landen onze cursussen volgen. In deze module krijgen Thierry Lotin en astronaut Frank De Winne een ereplaats, terwijl ook het Defensiecollege en de Speciale Divisie aan bod komen. Hier hangen ook de portretten van alle schoolcommandanten sinds 1834 en van de studiedirecteurs sinds 1985. |